|
|||
Dit was een avond waarbij de trigger om naar het concert te gaan niet de hoofdact was maar wel het voorprogramma. Ik had de lovende recensies van de beide platen van Jake Xerxess Fussell op deze website gelezen. Hij dook op in eindejaarslijstjes. Genoeg trigger, zeker wetende dat hoofdact Daniel Norgren live tot het beste hoort dat er is.
Daniel Norgren had bij zijn vorige passage in De Roma, een verpletterende indruk gemaakt. Kon hij dit herhalen? En hoeveel zou het concert verschillen van toen? Zou de nadruk liggen op de laatste plaat: “Wooh Dang” die vorig jaar verscheen? Eigenlijk niets van dit alles. Hij kwam op met zijn vaste band. Sjofel gekleed met als altijd een versleten petje op zijn hoofd. De zaal was op slag muisstil en deze zou de volgende twee uur aan zijn lippen hangen. Hij kroop achter de piano en begon met de rustige ballad “The Day Has Just Begun” waarbij hij direct zijn eerste visitekaartje afleverde: zijn prachtige, licht korrelige stem die de songs een extra dimensie geeft. Hij liet dit direct volgen door het bluesy “As Long As We Last” met veel emotie in de zang. Om het inleidend trio aan de piano af te ronden bracht hij een nieuwe song “Helping Hand” die op het einde met mooie samenzang uitdeinde alsof The Eagles op het podium stonden. Dan kwamen we bij een andere Daniel. Hij nam de gitaar ter hand en ging in een trip. Hij bracht een prachtversie van “Why May I Not Go Out And Climb In The Trees”. Met een grote geut country en een lange gitaarsolo liet hij blijken dat Neil Young een van zijn grote helden is. Zonder veel pauze gingen de nummers over van het ene in het andere. “Everything You Know Melts Away Like Snow” was een song waar de spanning mooi werd opgebouwd en weer afgebouwd, met weer een knappe gitaarsolo van Daniel. Toen was hij helemaal gelanceerd. We kregen een uitgesponnen versie van “Black Vultures” met middenin een knappe drumsolo van hun “Animal” van de Muppets. Zijn signature song, “Moonshine Got Me” kreeg een iets andere draai mee dan vorige keer, maar blijft een knap nummer. Bij “Howlin Round My Happy Home” kwamen we in een soort Mali Blues sfeer terecht met lange repetitieve stukken. Hier verloor hij mij even in zijn trip. We waren acht nummers ver en hij speelde al bijna ander half uur. Gelukkig ging hij door met het gebalde song: “People Are Good” . Maar eindigen deed hij met “Music Tape” dat zo lang duurde dat het leek dat er geen einde aan kwam. Uiteraard moest hij nog eens terug komen voor een bis. Dit werd een boogie nummer op piano “Let Love Run The Game” waarbij voor mij de geest van Dr John opdook. Alles was vergeven en goedgemaakt. Achteraf gezien was het natuurlijk wel een topconcert waarbij ik enkele keren kippenvel kreeg. Lisael
|
|||
|